Op 11 september 1995 kwam Henk Spierenburg in dienst bij Cauberg Huygen. Nu, 25 jaar later, in hetzelfde jaar dat Cauberg Huygen 45 jaar bestaat, oefent hij bij ons nog steeds zijn geliefde vak geluid en akoestiek uit, en heeft hij door de jaren heen een groot relatienetwerk opgebouwd. Voor zijn jubileum hebben we een interview gehouden met Henk Spierenburg, waarin hij onder meer terugblikt op zijn 25 jaar bij Cauberg Huygen.

Terug naar mijn roots

“Voordat ik bij Cauberg Huygen terechtkwam werkte ik bij Douwe Egberts, in de functie van manager technische dienst. Daarvoor heb ik tien jaar gewerkt bij Van Dorsser. Dat is een adviesbureau vergelijkbaar met Cauberg Huygen. Op een gegeven moment belde de oud-directeur van Cauberg Huygen mij met de vraag of ik interesse had om de directeursfunctie van de vestiging Rotterdam op me te nemen. Dat zou dus betekenen dat ik terug zou gaan naar mijn roots, mijn oude vak. Maar dan gecombineerd met het runnen van een eigen tent. Dat vond ik zo uitdagend dat ik daar ja op heb gezegd.”

Vertrouwen winnen

“Toen ik hier kwam was de vestiging Rotterdam nog een beetje een zoekende tent. Zij hadden een directeur die weggestuurd was. En dan kan je je voorstellen dat de mensen in dienst in het begin nog erg wantrouwend waren. Die dachten: wat komt deze vent nou weer doen. Dus in de eerste instantie probeerde ik een beetje orde te scheppen en regelmaat aan te brengen. Ik had wel het geluk dat ik nog goede kennissen in het vakgebied had, waardoor ik in het begin een paar goede opdrachten heb binnengehaald. Dat gaf wel een goede indruk gelukkig.”

Ik had wel het geluk dat ik nog goede kennissen in het vakgebied had, waardoor ik in het begin een paar goede opdrachten heb binnengehaald.

Groei en uitbreiding

“Wat ik zelf als grootste uitdaging zag is om Cauberg Huygen te veranderen in een volwassen bedrijf. En daarnaast heb ik een volgende uitdaging gevonden door in Amsterdam een nieuwe vestiging te beginnen. En deze twee zijn in de loop van de tijd erg gegroeid. Want in de hoogtijdagen waren er in Rotterdam maar zo’n 50 mensen in dienst en circa 20 in Amsterdam. En in Rotterdam begon ik met tien mensen.

En toen kwam de grote crisis. De bouwcrisis. We hebben toen van aardig wat mensen afscheid moeten nemen. Vanuit deze crisis ontstond ook het faillissement. Dat was een spannende tijd waarin twee dingen zeer duidelijk werden: het eerste was dat een doorstart van de eigen organisatie niet zou lukken en het tweede was dat in de doorstart met DPA wel toekomst zat. Inmiddels varen we onder de vlag van Dolmans, gaat het ons voor de wind en groeien we elk jaar gestaag.”

Laveren tussen de regels van de wet

“Vaktechnisch niet. En daar ben ik blij om. Mijn vakgebied is nog steeds uitdagend. Het manoeuvreren tussen de regels van de wet; dat is de uitdaging altijd al geweest en dat is het nog steeds. Zo van: hoe krijg je het voor elkaar om zoveel mogelijk aan de regels te voldoen, zonder al te veel inspanning. En hoe los je uiteindelijk zaken op. Wel is de mentaliteit en de omgang veranderd. Je merkt erg dat de wereld is verhard. In ons vakgebied worden fouten sowieso al niet geaccepteerd. Een adviseur mág geen fouten maken. 25 jaar geleden had je daar nog enige speling in.”

Adviseurs moeten vooral níet hun mond houden

“Of er nu meer verwacht wordt van adviseurs? Niet per se. De verwachting is altijd al dat je goed advies geeft. Alleen is het nu zo dat je sneller wordt afgerekend als je het niet precies zo doet als dat verwacht wordt. En tegenwoordig word je meer als onderaannemer gezien. Onderaannemers in de bouw hebben de stempel: die moet je in de gaten houden want die lichten je een pootje zodra ze de kans krijgen. Die hebben niet een goede status, dus die moeten doen wat ze moeten doen en voor de rest gewoon hun mond houden.

Alleen is het nu zo dat je sneller wordt afgerekend als je het niet precies zo doet als dat verwacht wordt.

En als adviseur werkt dat averechts. Een adviseur moet natuurlijk ook doen wat hij moet doen, maar hij of zij  moet vooral niet zijn mond houden, maar juist advies geven. Dit is natuurlijk niet overal het geval, maar wel iets dat in die 25 jaar anders is geworden en dat ik betreur.”

Adviseren is mijn lust en mijn leven

“Het mooiste aan de afgelopen 25 jaar is dat je op een gegeven moment ziet dat je een groeiende en bloeiende tent hebt kunnen opbouwen met veel vakmensen die beschikken over de nodige kennis. Dat vind ik heel mooi. En dat het na het faillissement toch gelukt is Cauberg Huygen weer op de been te krijgen. Een ander mooi iets vind ik dat ik na jarenlang directielid geweest te zijn, toch mijn vak kon blijven uitoefenen als adviseur. Adviseren is echt mijn lust en mijn leven. Ik ervaar er nog steeds erg veel plezier in.”

Het voordeel van een grijze kop

“Ik heb twee dingen die bij mij in het voordeel zijn. Ik heb een grijze kop en dat betekent dat je toch iets meer wordt geloofd dan iemand die minder grijs is. En ik zeg altijd: als er problemen zijn, sleep mij mee want met die kop van mij heb ik altijd een voordeel. En het tweede is dat ik goed ben in het onderhouden van mijn contacten. Dit is iets wat ik ook leuk vind om te doen. En wat ik om die reden ook zal blijven doen bij Cauberg Huygen.”

 

Wilt u meer weten over dit onderwerp?

Neem contact op met