In de eerste week van augustus vond Inter-Noise 2021 voor de tweede keer virtueel plaats, dit keer officieel vanuit Washington. Op deze jaarlijkse internationale conferentie werden de laatste ontwikkelingen op het gebied van geluid en trillingen gedeeld via – meestal vooraf opgenomen – presentaties. Carel Ostendorf, expert geluid en trillingen bij Cauberg Huygen, was een van de sprekers op het event. Mag de digitale versie wat hem betreft blijven of kan deze toch niet tippen aan een fysieke conferentie?
Opzet programma
Van 1 t/m 5 augustus werden in totaal maar liefst 688 presentaties gehouden op Inter-Noise 2021. Sprekers moesten deze vooraf opnemen en opsturen naar de organisatie. Tijdens de geplande sessies werden deze presentaties afgespeeld, waarbij deelnemers via een gemodereerde chat getypte vragen konden stellen aan de sprekers. Tussendoor waren er virtuele koffiepauzes waar deelnemers elkaar online konden ontmoeten.
Carel Ostendorf gaf op Inter-Noise 2021 een presentatie over het effect van twee tegelijk passerende treinen op de trillingssterkte in de omgeving.
Voor- en nadelen
Virtueel presenteren was voor velen nog een uitdaging. Carel: “Het verschil in presentatiestijlen was groot. Sommige sprekers hadden alles woord voor woord uit het hoofd geleerd, terwijl anderen een meer spontaan verhaal vertelden maar wel met meer haperingen.” Ook bleek het stellen van vragen via de chatfunctie een struikelblok. Daarentegen kon door de vooraf opgenomen presentatie een strak tijdschema gevolgd worden, waren er geen reis- en verblijfkosten en was wisselen tussen sessies erg makkelijk.
Toch was Carel niet overtuigd: “Ik miste de interactie met de zaal en de congresgenoten. Ik had geen idee hoeveel mensen in mijn sessie zaten en of mijn presentatie een beetje overkwam. Volgend jaar is Inter-Noise in Glasgow. Dan hoop ik toch weer op een fysiek congres”.
Lees het volledige verslag van Carel Ostendorf op Geluidnieuws.nl